1621531278601

Experimenteren met mengteelten in de praktijk

Op welke manier kun je eigen krachtvoer telen? Deze vraag is geformuleerd vanuit de kennisgroepen binnen het project 'Kennis in en door de praktijk'. Binnen dit project zoeken we de komende tijd een antwoord op deze vraag en maken we gebruik van de meest recente kennis.

Op 29 juli a.s. komen de kennisgroepen uit de verschillende regio’s bij elkaar op Landgoed Velhorst. In deze eerste bijeenkomst zal aandacht zijn voor mengteelt, een combinatie van een graan- en een eiwitgewas. Dit is één van de mogelijkheden om eigen krachtvoer te verbouwen. Melkveehouder Joris Buijs uit Etten-Leur heeft al vele jaren geëxperimenteerd met mengteelten op zijn bedrijf en zal zijn ervaringen delen. Ook Arjen van Buuren, natuurinclusieve boer op Velhorst en projectleider van dit project zal wat vertellen over de verschillende teelten. Beide ondernemers hebben deelgenomen aan het project ReMIX, waarin onderzoek is gedaan naar mengteelten van bijvoorbeeld tarwe met veldbonen. Bij deze combinatie zit de meerwaarde vooral in het feit dat de vlinderbloemigen, in dit geval de veldbonen, meer stikstof uit de lucht binden, terwijl het graan de beschikbare stikstof in de bodem gebruikt. Doordat deze twee soorten naast elkaar groeien, gaan ze zich anders ontwikkelen. Dit leidt tot netto meer stikstofopname en een hogere eiwitproductie per hectare.

In de jaren tachtig van de vorige eeuw waren eiwitrijke teelten als veld- en duivenbonen populair als voedergewas voor de melkveehouderij. In 1992 werd echter de Blair House Agreement in Europa getekend, dat betekende dat soja zonder importheffing Europa binnen mocht komen. Dat maakte het product goedkoop en het ontwikkelen van eigen eiwitteelten door veredelaars financieel minder aantrekkelijk. In theorie is mengteelt succesvol, in de praktijk kun je tegen problemen aanlopen. De twee ondernemers zullen hun praktijkervaringen delen met betrekking tot de teelt, de oogst en de verwerking.

Achtergrond ‘Kennis in en door de praktijk’

Via de activiteiten in dit project wordt de meest recente wetenschappelijke kennis een stap verder gebracht richting de praktijk, onder meer door het realiseren van tenminste drie demovelden in elke regio, waarop deze kennis in de dagelijkse praktijk getest wordt. Kennisgroepen van voorlopers op het gebied van natuurinclusieve lanbouw en deskundigen (WUR, LBI e.a.) geven mede richting en invulling aan dit programma. Vraaggestuurd wordt met deze groepen een leer- en ontwikkelprogramma opgesteld, inclusief het maken van enkele bedrijfsplannen en het opzetten van praktijkexperimenten. De deelnemers aan de kennisgroepen worden actief ingezet voor kennisdeling met de brede groep van Gelderse ondernemers. De vragen vanuit de kennisgroepen geven mede sturing aan het NIL-onderzoeksprogramma van De Marke en andere onderzoekslocaties en kennisinstellingen.