De deelnemers gaven prioriteit aan deze aandachtspunten:
-
Kies voor gewassen die vocht in voor- en najaar beter benutten.
-
Onderzoek de effecten van graskruidenmengsels op bodemkwaliteit en nitraatuitspoeling.
-
Kijk naar mogelijkheden om water op je bedrijf of in het gebied grootschalig vast te houden.
-
Verken regeneratieve landbouw en agroforestry als aanpak voor meer klimaatrobuustheid.
Leden van VK-Oost krijgen bovendien een factsheet met resultaten en tips thuisgestuurd.
In KLIMEA werkte Wageningen Livestock Research samen met VK-Oost, FrieslandCampina, Provincie Gelderland, Vitens, Waterschap Rijn en IJssel en ForFarmers. 6 melkveehouders deden actief mee. Ze probeerden maatregelen en deelden hun ervaringen met andere boeren. Die samenwerking tussen wetenschap en praktijk was een groot pluspunt van het project.
Klimaatverandering heeft veel gevolgen. Droogte en hitte kunnen leiden tot lagere opbrengsten, slechtere voederkwaliteit, hittestress en hogere kosten. Maar er zijn ook voordelen zoals een langer groeiseizoen. Veel Achterhoekse melkveehouders zagen hun grasopbrengst tussen 2018 en 2020 met gemiddeld 23% dalen door droogte. Beregening bleek daarbij een belangrijke manier om schade te beperken. Ook grasklaver en drainage spelen een rol.

Volgens modelstudies daalt de opbrengst van gras en maïs in 2050 flink door extra droogte. Voor snijmaïs is beregening straks zelfs ongeveer 2 keer zo effectief als voor gras, door de betere waterbenutting van maïs. Ook beregenen in het voorjaar loont het meest, omdat gras dan de hoogste groeipotentie heeft.
Op De Marke zijn veldproeven gedaan met vijf graskruidenmengsels en ondergrondse druppelirrigatie. Druppelirrigatie op 40 cm bleek op zandgrond te diep. Mengsels met kropaar, rietzwenkgras en kruiden gaven hogere opbrengsten dan Engels raaigras, maar hadden iets lagere VEM-waardes en minder ruw eiwit. Het aandeel kruiden zoals cichorei nam in de loop van de jaren af.

Er zijn ook proeven gedaan met het toevoegen van klei aan schrale zandgrond. Op deze percelen was de maisopbrengst over 3 jaar gemiddeld hoger, waarschijnlijk door een verbeterde bodemstructuur en betere nutriëntenvoorziening. Voor grasland werd geen verschil in opbrengst gevonden.