In het gebied Ooijpolder-Groesbeek wordt al ruim 25 jaar met succes geëxperimenteerd met nieuwe en inspirerende vormen van natuur- en landschapsherstel. Zo is op boerenbedrijven een kilometerslang samenhangend geheel van bloemrijke randen, hagen, poelen en knotbomen aangelegd – een zogeheten groenblauwe dooradering. Hiermee zijn op grote schaal waardevolle landschapselementen hersteld. Deze groenblauwe dooradering is bovendien gecombineerd met boerenlandpaden, waardoor het gebied ook veel toegankelijker is geworden voor wandelaars en recreanten. Dit alles maakt het project uniek en een voorbeeld voor de rest van Nederland. Deze ontwikkelingen vormden het startpunt voor het Living Lab Ooijpolder-Groesbeek van de Radboud Universiteit, waarin wetenschappers, boeren, natuurbeschermers en beleidsmakers de afgelopen vijf jaar nauw samenwerkten om de biodiversiteit in het gebied nog verder te versterken. Zo zijn 20 boeren gaan experimenteren met kruidenrijk grasland en bloemrijke akkerranden.
Het zoemt weer in de polder
Uit ecologisch onderzoek uitgevoerd in het Living Lab blijkt dat het samenhangende netwerk van hagen, struwelen, gecombineerd met bloemrijke randen en poelen voor veel meer insecten zorgt. En de insecten trekken weer meer vogels en andere dieren aan. Het ecosysteem herstelt zich. Uit onderzoek op het boerenland blijkt dat het inzaaien van kruidenrijk grasland, het bodemleven stimuleert. Dat heeft een positief effect op zowel de opbrengst als de kwaliteit van het gewas. De genoemde maatregelen van de aanleg van landschapselementen , kruidenrijk grasland en bloemrijke akkerranden zorgen ervoor dat het weer zoemt in de polder.
Sleutel tot succes
Het succesvolle herstel van het landschap en de biodiversiteit heeft o.a. te maken met betrokken mensen die als bruggenbouwers fungeren. Organisaties in het gebied als Stichting Via Natura en De Ploegdriever spelen hierbij een belangrijke rol. Zij brengen mensen bij elkaar, stimuleren samenwerking en zorgen voor het uitwisselen van kennis en ervaring. Het in 2004 opgestelde Landschapsontwikkelingsplan (LOP), van gemeente Berg en Dal, is hierbij ook cruciaal. En, tot slot, natuurlijk de agrariërs die meewerkten; zij zijn gemotiveerd om de biodiversiteit te herstellen op en rond hun bedrijf. Marktconforme vergoedingen om financiële risico’s bij de experimenten te compenseren helpen zeker mee. Het belangrijkste element voor het succes in dit gebied was de gemeenschappelijke basis en het onderlinge vertrouwen tussen alle betrokken partijen.
Living Labs voor Biodiversiteitsherstel
In 2017 werd duidelijk dat biodiversiteit ook binnen beschermde natuurgebieden flink onder druk staat. Goed natuurbeheer alleen is niet genoeg om biodiversiteit te herstellen. Er is meer nodig: samenwerking in het hele landschap. Daarom werd in Nederland het Deltaplan Biodiversiteitsherstel gelanceerd, een breed initiatief waarin overheden, boeren, onderzoekers, burgers en natuurorganisaties samen optrekken voor een veerkrachtige natuur. In 2020 ging het onderzoeksprogramma ‘Living Labs voor Biodiversiteitsherstel’ van start, gefinancierd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). De regio Ooijpolder-Groesbeek werd gekozen als een van de drie onderzoeksgebieden.
Betrokken organisaties
Organisaties die betrokken zijn bij de experimenten met kruidenrijke graslanden en bloemrijke akkerranden: Stichting Via Natura, de Ploegdriever, het Louis Bolk Instituut. Mede mogelijk gemaakt met financiële steun van het Platform Natuurinclusieve Landbouw Gelderland en de provincie Gelderland.