20210930 131646 Resized

Hele samenleving verantwoordelijk voor de transitie in de landbouw

Tijdens de inspiratiebijeenkomst van het Platform Natuurinclusieve landbouw Gelderland op Landgoed Velhorst in Lochem was er volop aandacht voor de transitie naar een duurzaam landbouwsysteem. Dit is niet alleen een zaak voor de landbouw, maar een zaak voor de hele samenleving.  

Bijna 150 geïnteresseerden kwamen naar de inspiratiebijeenkomst in de Achterhoek om mee te praten over natuurinclusieve landbouw en te luisteren naar Cees Veerman, oud-minister, Peter Drenth, gedeputeerde van landbouw van de Provincie Gelderland, Carel de Vries, projectregisseur die zich bezighoudt met onder andere het verdienmodel en Arjen van Buuren, natuurinclusief ondernemer.  En natuurlijk de twee kritische boeren in het discussiepanel: Erik Luiten van Agractie en Stefan te Selle, regiobestuurder van LTO Noord.

Peter Drenth, gedeputeerde van de provincie trapte stevig af. Hij gaf aan dat onteigening niet op zijn lijstje stond, maar dat Gelderland bewust kiest voor een transitie naar een meer natuurinclusieve landbouw, waarin uitgegaan wordt van de intrinsieke kracht van elke agrarische ondernemer. ‘’Niet omdat het moet, maar omdat het kansen biedt’’, zegt Drenth. “Wij willen als provincie een helpende hand bieden, maar niet op de stoel van de ondernemer zitten. Het is belangrijk dat we hier samen in optrekken en samen werken aan het behoud van biodiversiteit, het karakteristieke coulissenlandschap in de Achterhoek in combinatie met een duurzaam en toekomstbestendige landbouw’’. Het Platform Natuurinclusieve landbouw Gelderland, dat in 2021 van start is gegaan, maakt hiervan onderdeel uit. Dit initiatief geeft boeren de mogelijkheid binnen verschillende projecten te onderzoeken wat past binnen hun bedrijfsvoering

Een impressie

Tijd voor een nieuw landbouwsysteem

Volgens Cees Veerman, oud-landbouwminister ziet de landbouw er in 2040 heel anders uit. De landbouwsector moet drastisch veranderen. “Onze landbouw is jaren gericht op het beleid van Mansholt, waarin productie en export de boventoon voerden.  Dit model loopt tegen zijn eigen grenzen aan. We krijgen meer en meer te maken met maatschappelijke eisen, zoals ruimteclaims voor woningbouw, zorg om leefomgeving voor natuur en dier en kloof tussen boer en burger’’. Dit zijn allemaal facetten die vragen om een verandering vanuit de sector. ‘’We moeten samen op zoek naar een juiste verhouding. Wat wil en kan ik als ondernemer hierin? En wie gaat ons hierbij helpen’’, vraagt Veerman zich af. ‘’Dit is een zaak voor de hele samenleving’’. Als oplossing schetst hij dat we moeten beginnen bij het Rijk. ‘’Er moet een duidelijke koers komen, waarin de overheid de regie neemt als het gaat om indeling van ruimte’’, meent Veerman. Hij pleit dan ook voor wat hij noemt een ‘Staatscommissie voor de Landbouw’. Daarnaast moet er geld beschikbaar komen om de risico’s voor agrarische ondernemers af te dekken in deze transitie. Natuurinclusieve landbouw of kringlooplandbouw kan een onderdeel zijn van een nieuw model in de landbouw.

Werken aan een passend verdienmodel

Carel de Vries vertelt onder meer over de zoektocht naar een passend verdienmodel om boeren tegemoet te komen voor hun geleverde diensten. In de Achterhoek is hier hard aan gewerkt en dit heeft geleid tot het zogenaamde Markemodel, waarin de bedrijven op basis van 7 indicatoren: : CO2, ammoniak, stikstofbodemoverschot, fosfaat, biodiversiteit, kruidenrijk grasland en eiwit van eigen land, gescoord worden. ‘’Dit is meer dan een verdienmodel. Het is een sturingsmodel waarin verschillende partijen, zoals bijvoorbeeld waterschap, gemeenten, provincie, terreinbeheerders in de regio kunnen aanhaken’’, zegt De Vries.  Het uitgangspunt is dat ondernemers diensten verrichten en daarvoor een passende beloning ontvangen. Deze beloningen kunnen in de praktijk gestapeld worden.  Hij illustreert dit aan hand van een doorrekening op basis van resultaten van 287 boeren (2017-2019) die deelnemen in de Vruchtbare Kringloop Achterhoek (VKA). Voor elke indicator krijgt een boer 0-5 punten. Vijftig procent van deze bedrijven haalt 14 punten. Boven de 14 punten ontvang je 30 euro extra per hectare voor elk extra punt. ‘’De gemiddelde VKA-boer zou nu €4500,- ontvangen, maar er zijn ook uitschieters naar € 30.000,- . Zo’n systeem moet de ondernemers meer perspectief gaan bieden. "Hoe het model eruit moet gaan zien in de toekomst vraagt nog wel om extra kennis en onderzoek’’, merkt De Vries tot slot op.

 

Natuurinclusief in de praktijk

Tot slot vertelde Arjen van Buuren zijn verhaal over de transitie naar natuurinclusieve landbouw op zijn bedrijf. In 2018 is hij gestart op dit bedrijf met 40 hectare biologische akkerbouw. Daarnaast is hij in maatschap met een melkveehouder, die op 86 hectare ruim 40 (vlees)koeien houdt. ''De rode draad voor ons was om het silo-denken los te laten en om te zetten in integraal denken. Dat wil zeggen dat we bewust hebben gekozen voor een extensieve biologische bedrijfsvoering met aandacht voor de bodem. Daarnaast vermarkten we alle producten direct vanaf ons eigen erf. Hierdoor hebben we direct verbinding met de consument.’’

Tijdens de bijeenkomst ontvingen Arjen en Winny van Buuren het certificaat voor het Erkend Streekproduct voor hun biologische Achterhoekse streekproducten. Een mooie erkenning waaruit blijkt dat natuurinclusieve landbouw en erkende streekproducten goed samen gaan.

Download hier de presentatie