IMG 20231017 153943

“Om de natuurlijke kracht te benutten moet de input omlaag”

Met vallen en opstaan zet melkveehouder Mathijs Groot Koerkamp stappen op het natuurinclusieve pad. Iets waarbij de kosten voor de baten uitgaan en dat is niet altijd makkelijk, zo vertelde hij openhartig tijdens de praktijkmiddag dinsdag 17 oktober. Toch zet hij door. “Er komt teveel op ons af om stil te blijven zitten.”

Zoektocht met vallen en opstaan

“De laatste jaren heb ik veel geleerd en gelezen. En als gangbaar bedrijf met vallen en opstaan stappen gezet,” dat vertelt Mathijs tijdens de praktijkmiddag ‘Natuurinclusieve Landbouw in Cijfers’ op zijn melkveebedrijf in Harfsen afgelopen dinsdag 17 oktober. Hij vat daarmee zijn zoektocht samen die hij samen met anderen maakt in het netwerk ‘Kennis in en door de Praktijk’ . "Wat ik inmiddels wel heb geleerd, is dat de input omlaag moet om het bodemleven, de natuur weer meer in haar kracht te zetten.”

De middag wordt bezocht door een kleine 40 personen, die naast het verhaal van Mathijs ook geïnteresseerd luisteren naar het verhaal over pensgericht voeren door Jan Dirk van der Voort en boeren vanuit een effectieve kringloop door Arjen van Buuren.

8 concrete stappen

De stappen die Mathijs heeft gezet zijn:

  • betere drijfmest produceren
  • kunstmestgebruik verlagen
  • ureum meststof in plaats van. ammoniumnitraat
  • meer inzet van vlinderbloemigen en kruiden
  • Ca/Mg-verhouding in bodem optimaliseren
  • steenmeel aanbrengen op diverse percelen
  • ecoploegen of oppervlakkig bewerken
  • pensgericht voeren
Veel minder kunstmest

Het kunstmestgebruik bij Mathijs is in 2 jaar met 31% teruggeschroefd. Het grasklaver krijgt alleen in het voorjaar een kunstmestgift. Daarbij is hij steeds meer ureum kunstmest gaan gebruiken in plaats van het ‘snelle’ ammoniumnitraat. “Dat je met slechte, rottende drijfmest met veel snel oplosbare zouten en de inzet van snelle kunstmest het bodemleven negatief beïnvloed was voor mij een eyeopener,” onderbouwt de Achterhoekse melkveehouder zijn keuze.

Grondverbeteringen

Hij gebruikte al gras-klaver-mengsels vanuit het 1001 ha project, maar dat areaal heeft hij flink uitgebreid ook met toevoeging van kruidenrijk grasland. Tegelijkertijd is hij ook aan de slag gegaan om de Ca/Mg-verhouding te verbeteren. “Kruiden en vlinderbloemigen houden van een meer kalkrijke omgeving en dat is best wel een dingetje op het dekzand hier. We hebben een simpele bandstrooier gekocht om zelf te kunnen bekalken.” Daarnaast zet Mathijs steenmeel in mede voor de sporenelementen. Om het fragiele bodemleven zoveel mogelijk intact te houden gebruikt hij de ecoploeg op het maisland. Daar is hij enthousiast over: “Mooi zwart van boven en verder niet teveel roeren in de ondergrond.” 

Pensgericht voeren = gezondere koeien

Een belangrijke koerswijziging is volgens Mathijs dat hij veel meer pensgericht is gaan voeren. “Ik was compact voeren gewend met wat minder ruwe celstof. Maar via de onafhankelijke voeradviseur Hubert Cremer ben ik veel meer pensgericht gaan voeren. In eerste instantie door de aankoop van hooi en luzerne. Maar vorig jaar heb ik na de mais bladrogge ingezaaid, dat we dit jaar onder de graskuil hebben ingekuild. En ik voeg dagelijks vers geplette gerst toe aan het rantsoen.” Het leidt volgens hem tot zichtbaar gezondere koeien. Dat is te merken aan minder mastitis-problemen en een betere klauwkwaliteit. En een aantoonbaar betere mestkwaliteit: het ammoniakemissie potentieel is de afgelopen twee jaar fors gedaald.

4 factoren van pensgericht voeren

Vervolgens licht Jan Dirk van der Voort de 4 belangrijkste factoren toe wat betreft pensgericht voeren:

  1. 20% van het totale rantsoen moet bestaan uit structuurvoer dat met meer dan 60 % ds.
  2. Een ideaal rantsoen bestaat uit 45% ds. Dat zorgt voor een 1 á 2 kg hogere ds.-opname
  3. Eiwitgehalte in rantsoen tussen 14 en 14,5% van het rantsoen. Ureum tussen 10 en 15
  4. NEL > 7 = 1100 VEM. (NEL = Nett Energy Lactation)

Hubert Cremer vult aan dat het vetzuur in de juiste verhouding moet zijn. Net als Jan Dirk benadrukt Hubert dat een uitgebalanceerd rantsoen over vetzuren leidt tot gezonde melk. Hubert: ”Melk is een gezond levensmiddel, eigenlijk zelfs een medicijn mits de verhouding qua vetzuren in evenwicht is.”

De bodem voedt de plant

Arjen van Buuren is mede de bezielende trekker van het netwerk ‘Kennis in en door de Praktijk’. Hij licht de kringloopmetingen toe zoals die door Peter Vanhoof zijn uitgevoerd. Ingewikkelde materie, maar de belangrijkste boodschap van Arjen is dat je het bodemleven (rhizosfeer) zodanig moet activeren dat die de plant voeden. Kort gezegd: voedt als boer de bodem met organische stof, dan maakt het bodemleven (de optelsom van bacteriën en schimmels) daar humus van. En zorg je ervoor dat de suikers die de plant maakt uit fotosynthese deels ook worden afgegeven aan het bodemleven die dat als voedsel gebruikt.

Dat is een proces van jaren en Mathijs geeft aan dat best wel eens lastig te vinden. “Als de opbrengst wat minder is, ben je geneigd toch weer meer kunstmest te geven.” Toch doet hij dat niet omdat de metingen van Peter Vanhoof aangeven dat die rhizosfeer zich langzaam herstelt en inmiddels al voor 56% van de plantenvoeding zorgt. Mathijs vertelt over deze metingen: “hij meet onder andere de ademhaling van het bodemleven.”

Meer info

Bekijk de presentaties van alle sprekers

En ben je nieuwsgierig naar meer ervaringen? Bezoek dan de praktijkmiddag bij Edwin Sengers in Wijchen op 25 oktober. Dit is de laatste in een reeks van 6 praktijkmiddagen Natuurinclusief in cijfers.

Ja, ik meld me aan