Intro Afbeelding

Conny van den Top

‘Je moet uit het bestaande systeem stappen’

Zoeken naar een nieuwe balans. Dat is in de kern wat natuurinclusief boeren betekent voor Conny van den Top op haar gemengde bedrijf in Lunteren. Het is een van de zes Gelderse inspiratiebedrijven natuurinclusieve landbouw. Ze wil handelen vanuit de kringloop met een sterke focus op de bodem. Spannend? Ja, maar noodzakelijk en vooral leuk en inspirerend. ‘Ik ben een trotse boerin!’

‘Alles komt goed’ prijkt er op de effen groene sweater van Conny van den Top terwijl ze in de keuken druk aan het redderen is. ‘Ja leuk he, die trui heb ik gekocht van Welmoed Deinum uit Sondel.’ Welmoed is een jonge super-actieve Friese boerin, die bijna dagelijks dingen post op Instagram. Conny heeft dezelfde levendige en positieve uitstraling en óók zij is regelmatig te vinden op Instagram. Samen met haar man Jan Vaarkamp runt Conny een gemengd bedrijf met 60 koeien en 5000 biologische leghennen in het hartje van de Gelderse Vallei.

Een bedrijf van bescheiden omvang en dat is een bewuste keuze. ‘Groot is niks voor ons, we willen alles samen rondzetten en ondertussen onze drie jonge kinderen van 11, 9 en 7 jaar opvoeden.’ Het bedrijf is gelegen in de gemeente Ede en het is die gemeente die Conny in contact bracht met natuurinclusieve landbouw. Eerst via de cursus bodembiologie, gevolgd door een wat Conny noemt leergang natuurinclusief en onlangs via het project ‘Buiten in beweging’ en het project van de provincie Gelderland ‘Kennis in en door de praktijk’, waar onderzoeks- en innovatiecentrum De Marke nauw bij is betrokken. Door deelname aan al deze initiatieven is, zoals de Gelderse boerin het omschrijft, ‘het balletje steeds meer gaan rollen.’

Meer kijken naar de kringloop

‘Wat natuurinclusief is?’ Conny zoekt naar woorden…. ‘Voor mij is het meer handelen kijkend naar de kringloop. Bodem, mest, urine, melk, voer, dat alles in een nieuwe samenhang. Dat betekent op een andere manier met de bodem omgaan. En overstappen naar minder input als kunstmest en krachtvoer en misschien daarom ook wel minder output in de vorm van een lagere melkproductie. Voor mij is het een zoektocht naar een nieuwe balans. Je moet uit het bestaande systeem stappen en dat vraagt om het nodige geduld.’ Met ‘het systeem’ bedoelt Van den Top bijvoorbeeld de standaard bemestingsadviezen. ‘Bij het project Kennis in en door de praktijk hebben we de kringloop op mijn bedrijf helemaal in kaart gebracht, ook getalsmatig. Daar kwam uit dat onze mestkwaliteit te wensen overlaat doordat we kalk gebruiken in de ligboxen. Dat gaan we nu aanpakken, de kunstmestgift terugschroeven en het bodemleven voeden met meer natuurlijke producten.’ Conny benadrukt dat ze de zoektocht vooral ‘gewoon leuk’ vindt. ‘Drijfmest beter maken, minder kunstmest, meer kruiden en dan kijken wat dat met het bodemleven, de beworteling doet. Dat is toch prachtig! Je wilt als boer de bodem toch zo goed mogelijk benutten en doorgeven aan de volgende generatie?’

En ze noemt nóg een drijfveer: ‘bij al die projecten en cursussen zitten boeren en boerinnen die bezig zijn met kansen. In deze tijd waarbij er van alle kanten druk wordt uitgeoefend op de landbouw is het heel fijn om elkaar te inspireren en motiveren.’

Okay, nog één motivatiebron. Conny boert in de Gelderse Vallei, een regio waar vanuit de stikstofaanpak enorm het vergrootglas op ligt. ‘Wij boeren op 1200 meter van een Natura-2000-gebied. Ik denk echt dat de regels scherper/anders worden. Dat voel ik niet als druk hoor; ik doe wat ik denk dat goed is voor ons, voor ons bedrijf, voor onze dieren.’

 

Dubbeldoelkippen

Achter de nog gesloten luiken van de wintergarten scharrelen de pas opgezette 5000 biologische leghennen lawaaierig rond. ‘Nog even en ze zijn gewend en dan doen we de luiken open’, zegt Van den Top. Het zou helemaal mooi zijn als ze dan ook de 2 hectare grote uitloop in kunnen, maar voorlopig geldt nog de ophokplicht vanwege vogelgriep. In die uitloop heeft Conny in 2020 82 walnootbomen geplant. Ze was daarmee de eerste boerin die deelnam aan ‘Nieuw Groen’, een initiatief van Heleen Klinkert die boeren en ondernemers die hun CO2-footprint willen compenseren bij elkaar brengt. De immer nieuwsgierige Gelderse boerin is onlangs gestapt in een project rondom dubbeldoelkippen, een kruising van Les Bleues en Weissrock. De eerste 50 dubbeldoelkippen zijn op het bedrijf opgefokt. Doel is om de eieren apart af te zetten. ‘Ik heb al een restaurant die dit ondersteunt en wekelijks 50 eieren gaat afnemen’, vertelt Conny enthousiast. Verder overweegt ze ook te gaan experimenteren met een verrijdbare kippenkar. Dit wordt bijvoorbeeld al gedaan door Weide Kip in Vinkel (www.weidekip.com).

Andere zaken die Conny dit jaar gaat oppakken is het voeden van de bodem met steenmeel of gips. In 2020 heeft ze 4,5 ha grasland doorgezaaid met kruiden (3 soorten klaver, cichorei en smalle weegbree). Op 2 ha daarvan komt steenmeel, op 1 ha gips. Volgens Peter van Hoof, die bij ons de kringloop in kaart heeft gebracht binnen het project ‘Kennis in en door de praktijk’, zal dat dit seizoen al een zichtbaar positief resultaat hebben op het bodemleven.’ Verder wordt de kunstmestkraan behoorlijk dichtgedraaid dit seizoen: maar 1/3 kunstmest vergeleken met vorig jaar.

Misschien overstap naar biologisch

Een echte stip op de horizon wat betreft het bedrijf heeft Conny niet. ‘We zouden met onze koeien ook wel biologisch willen boeren, maar dan moeten we wel voor een langere periode 10 ha grond kunnen pachten of huren.’ Waar ze verder werk van willen maken is het verbeteren van de mestkwaliteit. Aangezien de huidige stal in 2016 is verlengd en veranderd, zal dat vooral het verbeteren van de drijfmest zijn. Het is Conny’s droom om in de toekomst dan die drijfmest bovengronds te mogen uitrijden. ‘Injecteren is echt heel slecht voor het bodemleven denk ik.’ Verder wil Conny de komende jaren nog minder kunstmest gaan strooien en het aandeel kruidenrijk grasland en grasklaver verder vergroten. Conny besluit: ‘Ik ben een trotse boerin, ben er trots op dat we voedsel mogen produceren en ben trots op ons bedrijf. Als je in gesprek gaat met mensen, vertelt wat je doet en waarom je dat doet is iedereen heel positief.’

Bedrijfsschets

Conny van den Top (44) en Jan Vaarkamp (54). Drie kinderen; een dochter van 11 en twee zoons van respectievelijk 9 en 7. Het bedrijf omvat 60 koeien die gemiddeld 8200 kilo melk geven en 5000 biologische leghennen.

Totaal 40 ha in gebruik, waarvan 17 ha in eigendom. 6 ha is mais, 34 ha gras, waarvan 4,5 ha gras-kruiden en 2,5 ha grasklaver. Conny heeft in 2009 het bedrijf overgenomen van haar ouders. In 2012 is ze met de leghennen overgestapt op biologisch.