Intro Afbeelding

‘De natuur beter integreren in je bedrijfsvoering’

Zeker, het melkveebedrijf van de familie Lankhorst is onderdeel van een landgoed. Maar dat is voor hen niet dé reden om natuurinclusief te boeren. Door te boeren mét de natuur kun je bijvoorbeeld toe met minder kunstmest. Wordt de bodem weer teruggezet in haar kracht met alle voordelen van dien. Het enthousiaste relaas van een van de zes Gelderse inspiratiebedrijven natuurinclusieve landbouw.

Tussen twee robuuste houten palen prijkt een prachtig bord. ‘Melkveebedrijf Welgelegen’ staat er op een foto, waar een oranje zon gloedvol stralen strooit over een enigszins mistig landschap. Een treffend entree aan het begin van de lange oprijlaan van het melkveebedrijf van de familie Lankhorst in Voorst. Het gebied heeft de uitstraling van een landgoed: de percelen grasland worden doorsneden met knotwilgen, meidoornhagen en een paar houtsingels.

‘Dat zag ik misschien wel een beetje als last toen ik als jonge ondernemer hier in 1981 begon als bedrijfsleider’, vertelt Henk Lankhorst, die nu samen met zijn vrouw Anne Marie, zoon Tom en diens vriendin Sophie een melkveebedrijf runt met 140 koeien.

Een bedrijf onderdeel van het landgoed Beekzicht, ooit eigendom van Jonkheer Bosch van Rosenthal, maar die richtte in 2000 vier jaar voor zijn overlijden Landgoed Beekzicht BV op. Maar al gauw zag Henk Lankhorst niet alleen de schoonheid, maar ook het nut van deze landschapselementen. ‘Bij de cursus natuurinclusief boeren vanuit de Cleantech-regio (het gebied in en tussen de stedendriehoek Apeldoorn, Deventer en Zutphen, waarbinnen wordt gewerkt aan het versterken van de duurzame, economische ontwikkeling, red.) zag ik écht hoeveel waarde dit heeft voor de biodiversiteit. En leerde ik beter naar de bodem te kijken.’ Tom vult aan: ‘we leveren al volgens de Planet Proof-voorwaarden van FrieslandCampina. We voldoen makkelijk aan de natuurdoelen, maar door een cursus als die van de Cleantech-regio en de cursus bodem en koe waar we nu aan meedoen weten we veel beter wat we als het om integratie van natuur in onze bedrijfsvoering aan het doen zijn.’

Boeren mét de natuur

De koeien in de ruime ligboxenstal vreten van het voer, begeleid door het kenmerkende gerammel van het voerhek. ‘Binnenkort gaan ze naar buiten, even de sneeuw afwachten die ze voorspellen’, zegt Tom. ‘Wat natuurinclusieve landbouw voor mij is?’ De jonge Voorster melkveehouder schuift met zijn voet een beetje voer naar voren. ‘Als boer ga je al om met de natuur, maar voor mij betekent het zo boeren mét de natuur. Zodanig dat het niet ten koste gaat van de natuur, maar dat die er zelfs beter van wordt. Zijn vader Henk hanteert een wat andere definitie: ‘Voor mij is het meer weten wat de natuur doet en die natuur beter te integreren in je bedrijfsvoering zodat je met minder input je productie op peil kunt houden.’ Hij noemt een voorbeeld: ‘we volgen nu de cursus bodem en koe. Hoe kun je door de koe anders te voeren het bodemleven verbeteren? De bodem beter zijn werk laten doen, zodat we van het kunstmestinfuus af kunnen.’ Henk vervolgt dat hij zijn ogen niet wil en kan sluiten voor de ontwikkelingen in de landbouw. ‘Ik zie om me heen steeds meer boeren die bewust bezig zijn met … nou ja, noem het maar natuurinclusief boeren. Dat wekt je interesse, je wilt er naar kijken, je erin verdiepen.’

Grasklaver opgeschaald

Als gevolg van de bodemgerichte focus en het streven naar minder kunstmest is het areaal grasklaver vorig jaar verdubbeld van 7 naar 14 ha. Verder is er dit jaar schelpenkalk gestrooid. ‘Dat klinkt misschien vreemd om dat te doen op de rivierklei hier. Dat bevat toch voldoende kalk zou je zeggen’, aldus Tom. ‘Maar door de cursus bodem en koe ga je daar anders naar kijken. En wat blijkt: er zit teveel magnesium in de grond. Door nu kalk (calcium) toe te voegen breng je meer balans in de Calcium/Magnesium-verhouding.’ Vader en zoon Lankhorst gaan zich dit jaar verder richten op een lager ureumgehalte in de melk. ‘We zitten gemiddeld op 20, maar we willen gaan proberen richting de 15 te komen.’ De aanpak is minder eiwit en meer energie in het rantsoen dat nu de koeien nog op stal staan bestaat uit graskuil, mais, bierbostel, perspulp, geplette gerst en een eiwitmengsel van raap- en sojaschroot. ‘Als de koeien straks naar buiten gaan gaat dat eiwitmengsel eruit’, aldus Henk Lankhorst die zegt dat een lager ureumgehalte beter is voor de gezondheid van de koe, leidt tot een betere kwaliteit van de mest en minder eiwit- en daarmee stikstofverlies.

‘De uiterwaarden van de IJssel zijn een Natura-2000-gebied en dat is hier minder dan een kilometer vandaan. We hebben daarmee ook een stikstofopdracht.’ De constante factor op het bedrijf vormen de landschapselementen. Henk: ‘Knotwilgen zijn goed voor 30 tot 40 verschillende insectensoorten en we zien er ook wel uilen in zitten.’

Voorstenaer landgoed kaas

De familie Lankhorst vindt het belangrijk om verbinding te leggen met burgers. Daarom zijn ze aangesloten bij de stichting ‘IJsselvallei boert en eet bewust’. Het jongste initiatief is de productie van Voorstenaer. Dit is het domein van Anne Marie en Sophie. Eerstgenoemd laat enthousiast een gevacuümeerd stuk belegen kaas zien. Landgoed kaas prijkt er op het etiket en ‘Puur Beekzicht’ in de vorm van een soort kwaliteitszegel. ‘Eigenlijk is dit begonnen na een vraag vanuit landgoed Beekzicht’, aldus Henk. ‘Een van de ander pachters heeft een landgoedwinkel en ze wilden graag nog meer producten van het landgoed daar verkopen.’ Ongeveer een jaar geleden is de eerste kaas gemaakt bij de coöperatie Hollandsche Meesters in Rhenen. Vorig jaar is er 10.000 kilo melk verkaast, dit jaar komt het Rhenense bedrijf maandelijks 2000 kilo melk ophalen, waarvoor de familie Lankhorst bij FrieslandCampina een ontheffing heeft aangevraagd. ‘Het loopt echt boven verwachting’, zegt Anne-Marie, die eraan toevoegt dat de kaas niet alleen in de genoemde landgoedwinkel wordt verkocht, maar ook een natuurcamping, een Bed & Breakfast en sinds kort een restaurant. Een ander opvallend verkooppunt is de eerste eind oktober vorig jaar geopende onbemande supermarkt van Nederland: De Pantry in Wilp.

Zoveel mogelijk vers gras

De natuurinclusieve visie op de wat langere termijn van de familie Lankhorst is gericht op het nog meer en beter benutten van vers gras. ‘Een paar jaar geleden hebben we een opraapwagen gekocht zodat we naast zoveel mogelijk weidegang ook vers gras kunnen voeren.’ Verder willen de Voorster melkveehouders het kunstmestgebruik nog verder terugdringen door het areaal gras-klaver of misschien ook andere vlinderbloemigen verder uit te breiden. Een laatste speerpunt is het verbeteren van de mestkwaliteit. De opslagcapaciteit is nu nog beperkt, dus Henk en Tom dubben nog hoe ze dat willen realiseren. Maar de rustige en nuchtere Henk Lankhorst besluit: ‘Je moet niet alles tegelijk willen doen. Dat geldt óók voor natuurinclusief boeren.’    

Bedrijfsschets

Henk (62) en Anne Marie (64) Lankhorst. Zoon Tom (26) en zijn vriendin Sophie (24). 140 koeien, 70-75 stuks jongvee. RJG 9200 kilo melk, 4,76 % vet en 3,74% eiwit. Totaal 86 ha, grotendeels pacht van Landgoed Beekzicht BV, eigendom van de Stichting Bosch van Rosenthal. Van de totaal 86 ha is er 15 ha bouwland: 2,5 ha wintergerst en de rest mais.

De huiskavel is 34 ha grasland. Van de resterende oppervlakte is 4,5 ha natuurland met een gebruiksovereenkomst. En met het Agrarisch Collectief Veluwe is er een overeenkomst afgesloten voor 11,5 ha botanisch hooiland. Hier mag na 15 juni worden gemaaid, vanaf 1 augustus worden beweid en er mag niet worden bemest. ‘Dat doen we daar al zo’n 20 jaar.  De laatste jaren krijgt het grasland steeds meer kleur door het wit van de madeliefjes, geel van de boter- en paardenbloemen en roze van de pinksterbloemen, aldus Henk Lankhorst