NIL Groot Koerkamp Harfsen (34)

Mathijs Groot Koerkamp

‘Je ziet dat de natuur het zelf wel regelt’

Kom bij Mathijs Groot Koerkamp niet aan met een wollige omschrijving van natuurinclusieve landbouw. ‘Het is gewoon meer de natuur z’n werk laten doen op je bedrijf’. De melkveehouder, een van de 6 Gelderse inspiratiebedrijven natuurinclusieve landbouw, heeft een groeiende intrinsieke motivatie sámen met de natuur te boeren, maar heeft daarbij een scherp zakelijk oog.

Het lange met klinkers geplaveide koeienpad wordt omzoomd door grasland. Links ervan grasklaver, rechts alleen gras. ‘Zie je het verschil’, zegt Mathijs Groot Koerkamp terwijl hij met grote stappen het linker-perceel grasklaver in beent. Hij wijst op de groenere kleur en hoever de klaver al is ontwikkeld. Daarna steekt hij het pad over naar het grasperceel. ‘Hier zie je nog wat roest in de graspuntjes, zegt de Achterhoekse melkveehouder, terwijl wat grassprieten uit de grond trekt. ‘Het is ook duidelijk minder groen.’ Het is geen vlakke stem die over het aarzelend groeiend groen klinkt. Er zit enthousiasme in, gedrevenheid. ‘Ik zou het liefst overal grasklaver willen hebben’, vertelt hij dan ook even later. Mathijs boert samen met zijn vader Tonny, zijn moeder José en broer Jasper in maatschap. De ligboxenstal herbergt momenteel 165 koeien die door drie melkrobots worden gemolken. Op de plek waar Mathijs zelf woont staat een oude ligboxenstal, waar al het jongvee vanaf 3 maanden tot vlak voor afkalven wordt ondergebracht.

Grasklaver is veel gezonder

Mathijs’ vader Tonny begon jaren geleden al met grasklaver. Inmiddels is de helft van de totaal 70 ha grasland voorzien van dit mengsel. Mathijs vindt het gewas veel gezonder zoals hij dat zelf noemt. Het begint eerder met groeien en gaat langer door. Daar waar alleen gras in het najaar nogal eens roest vertoont, ziet hij dat bij grasklaver nauwelijks. De beworteling is stukken beter en heel belangrijk: je hebt er nauwelijks kunstmest voor nodig. ‘Alleen 200 kilo product per ha voor de eerste snede,’ weet de Achterhoekse melkveehouder.

Hij werd vorig jaar gebeld door Arjen van Buren, projectleider van het Gelderse project ‘Kennis in en door de praktijk’ waar onderzoeks- en innovatiecentrum De Marke nauw bij is betrokken. ‘Hij vroeg me of ik mee wilde doen aan dit project gericht op praktische kennis over natuurinclusieve landbouw.’ Groot Koerkamp dacht toen: waarom ik…? ‘Moet ik dan boompjes gaan planten’, herinnert hij zich nog nagniffelend over die vraag. ‘Wist ik veel wat natuurinclusief nu precies in hield.’ Toen Arjen hem overtuigde dat de praktische invulling nu juist de inbreng van alle boeren in het project is, was Groot Koerkamp overtuigd. ‘Ik heb altijd al gezegd dat er meerdere wegen naar Rome zijn.’ In die metafoor doelt Mathijs vooral op bodemvruchtbaarheid en een betere stikstofefficiëntie. ‘Ik lees de laatste tijd best veel over bodemvruchtbaarheid en kwam er steeds meer achter dat we gewassen misschien wel overvoeren met minerale zouten, kunstmest. Met alle nadelen voor het bodemleven. Terwijl als je het bodemleven voor elkaar hebt, de plant vanzelf wel wordt gevoed,’ vat hij kort samen. Verder is hij kritisch over zijn stikstofefficiëntie, die terug te vinden is in de Kringloopwijzer, uitgedrukt in het kengetal stikstofbodemoverschot. Dat is de hoeveelheid stikstof die voor bemesting gebruikt kan worden, minus de hoeveelheid stikstof die van het land geoogst wordt (gewasopbrengst). De afgelopen drie jaar was dat gemiddeld 104. ‘Dat betekent dat 73% van de stikstof daadwerkelijk door het gewas wordt opgenomen’, aldus Groot Koerkamp, die ook deelnemer is aan het project Vruchtbare Kringloop Achterhoek. ‘Als ik daar nog eens de verliezen vanuit de stal bij op tel denk ik: dat moet beter kunnen.’

‘Laat de natuur z’n werk doen’

Mathijs Groot Koerkamp moet even nadenken op de vraag wat Natuurinclusieve landbouw volgens hem is. ‘Ja, eh voor mij is dat het zoveel mogelijk de natuur z’n werk laten doen op je bedrijf, waardoor je minder input nodig hebt om bij te sturen bijvoorbeeld door middel van kunstmest of gewasbeschermingsmiddelen.’ Dat klinkt inderdaad als biologische landbouw realiseert hij zich, maar dat is geen doel op zich. ‘Sowieso heb ik nu nog sturingsmiddelen nodig.’ Zo stuurt hij sterk op de voerefficiëntie; het aantal kilogrammen meetmelk uit 1 kilo droge stof voer. ‘Melkproductie per koe is geen doel op zich, voerefficiëntie wel. Ik streef naar een voerefficiëntie van 1,5 met 70% ruwvoer.’

De Achterhoekse melkveehouder heeft nog een andere reden om zich te richten op meer natuurinclusieve landbouw. ‘Het is elke keer weer spannend of we de derogatie kunnen binnenhalen (Europese uitzonderingspositie waardoor Nederland 230 of 250 kilo stikstof uit dierlijke mest per ha mag aanwenden in plaats van de EU-norm 170 kilo). ‘Ik ben ervan overtuigd dat er helemaal geen nitraat hoeft weg te lopen als de bodem maar goed is.’ Meer natuurinclusief betekent ook minder kunstmest. Daarbij snijdt het mes aan twee kanten aldus Groot Koerkamp. Het scheelt hem geld, maar het scheelt ook veel CO2. ‘Voor de productie van een ton kunstmest is maar liefst 300 m3 aardgas nodig’, weet hij. ‘Natuurinclusieve landbouw gaat mij helpen de input te verlagen, waarbij ik de output wel overeind wil houden.’ Dat zijn allemaal zakelijke, rationele overwegingen, maar natuurinclusieve landbouw brengt Groot Koerkamp ook iets anders. ‘Het is ook een veel mooiere manier van boeren, daar ben ik van overtuigd! Neem zo’n perceel grasklaver dat in bloei staat en vol insecten zit: dat is gewoon mooi om in te werken. Je ziet gewoon dat dingen vanzelf gaan, dat de natuur het wel regelt.’

Stappen dit jaar

Vanuit het project ‘Kennis in en door de praktijk’ gaat Groot Koerkamp dit jaar een flink aantal zaken oppakken. Om te beginnen gaat hij een perceel mais van 7 ha eco-ploegen en geen gewasbeschermingsmiddelen gebruiken. Op een groot perceel grasklaver gaat hij steenmeel strooien, wat een positieve bijdrage aan de bodem moet geven. ‘Als het goed is, kun je deze zomer al het verschil zien met het perceel ernaast.’ Verder wil hij op een aantal ha witte klaver doorzaaien na de eerste snede. Op een ander perceel, waarvan de bodemkwaliteit het slechtst is, is onlangs een flinke vracht groencompost aangebracht. ‘Eigenlijk zouden we dat moeten doen met gecomposteerde houtsnippers. Daar ben ik wel mee bezig, maar het is nog niet klaar.’ Het liefst zou Mathijs ook een kruidenmengsel willen doorzaaien op een aantal hectares. Nu heeft hij drie ha kruiden (Pure Graze) met onder andere cichorei en smalle weegbree. ‘Om dat goed te managen is wel een hele uitdaging’, aldus de Achterhoekse melkveehouder. Het is volgens hem echt iets anders dan grasklaver. Zo kun je het niet maar blijven maaien; je moet er lengte in houden om de diversiteit in stand te houden weet Groot Koerkamp. Hij is er wel van overtuigd dat nog meer diversiteit dan grasklaver positieve effecten heeft. Het levert meer droge stof op, het gewas gaat beter om met droogte en is nog beter voor de biodiversiteit. ‘Vorig jaar barstte het van de vlinders.’ Tot slot gaat Groot Koerkamp een strook van zo’n 600 meter randen langs de maïs inzaaien met een zonnebloemen-/bijenmengsel.

Vrijloopstal met vaste mest

Gevraagd naar zijn visie op de meer lange termijn beginnen de ogen van Groot Koerkamp te glimmen. ‘We zijn al twee jaar bezig met ons te oriënteren op een vrijloopstal. Gewoon een grote bak met vlas als bedekking en 15m2 per koe. Dat levert prachtige vaste mest op waar we het bodemleven mee kunnen voeden.’ Maar het idee moet nog wel verder gestalte krijgen. ‘De wereld moet dan ook een beetje rustiger worden. Nu met de oorlog in Oekraïne vliegt de staalprijs bijvoorbeeld omhoog.’ Het tekent Groot Koerkamp: hij is gegrepen door een meer natuurinclusieve manier van werken, maar de schoorsteen moet wel blijven roken. Het is deze uitdagende zoektocht naar een nieuwe balans waar hij enthousiast van wordt.

Bedrijfsschets

Mathijs is getrouwd met Carine (31). Samen hebben ze een zoontje Hein (4 weken). Mathijs zit in een maatschap met zijn vader Tonny (63), moeder José (61) en broer Jasper (29).

Carine werkt drie dagen per week bij Agrovision, afdeling melkvee financieel. Jasper werkt vier dagen per week in de buitendienst van FrieslandCampina.

165 koeien staan aan de Velderweg in Harfsen. Er wordt gemolken met 3 Lely-robots. Rollend jaargemiddelde is 11.077 kilo melk met 4,36 vet en 3,51 eiwit

Het jongvee, 110 stuks, staan aan de Braakhekkeweg in Harfsen, waar Mathijs en Carine wonen.

In totaal hebben ze 100 ha, waarvan 21,1 ha huur van diverse particulieren. Van die 100 ha is dit jaar 26,2 ha mais voor de teelt van snijmais of maiskolvenschroot. 74 ha is grasland, waarvan 25,1 ha grasklaver en 3 ha kruidenrijk grasland.